Restaurant Dauphine, Amsterdam  - 1 mei 2019 


In diverse theaters wordt momenteel het toneelstuk Clybourne Park opgevoerd. Dit is het derde stuk dat door Well Made Productions naar Nederland is gebracht. Het begon met A Raisin In The Sun en werd gevolgd door Beneatha’s Place. De Amsterdamse actrice/zangeres Joy Wielkens heeft in elk van de drie stukken meegespeeld. En dit was een mooie gelegenheid om hierover met haar een gesprek te voeren. 


Je staat met Clybourne Park deze maanden in de theaters. Kun je er iets over vertellen?

Clybourne Park is geschreven door Bruce Norris en dateert uit 2010. Het is een stuk over ‘gentrification’ (de opwaardering van een buurt door het aantrekken van kapitaalkrachtige nieuwe bewoners. ec) Maar wat belangrijker is, is dat het een reactie is op A Raisin In The Sun, een bekende Amerikaanse klassieker van Lorraine Hansberry, dat vier jaar geleden naar Nederland is gehaald. Het was een van de eerste zwarte toneelstukken op Broadway, dat in 1958 met Sidney Poitier voor het eerst werd opgevoerd. Clybourne Park is van een witte schrijver, Bruce Norris, die een artistieke reactie heeft geschreven op A Raisin In The Sun. Deze gaat over een zwarte familie, die geld heeft geërfd. De moeder besluit een huis te kopen in een betere buurt, genaamd Clybourne Park in Chicago. Het is een witte buurt. En dit stuk, Clybourne Park gaat verder waar A Raisin In The Sun ophoudt. Het eerste deel speelt vijftig jaar geleden als de buren er achter komen dat het huis is verkocht aan een zwarte familie. En die buren maken zich daar zorgen over, omdat de waarde van hun eigen huizen achteruit zou gaan. Het tweede deel springt naar deze tijd en de buurt is in de loop van de jaren een zwarte wijk geworden, een achterstandswijk. En daar trekken nu witte mensen in, die huizen voor weinig geld kopen en daar weer een witte buurt van maken. Clybourne Park gaat over dergelijke wijken. Over wie er in die wijken woont en wat dat zegt over die wijken. Wie mag er wel wonen, wie mag er niet wonen? En ook over de hele politiek die er achter zit om mensen op bepaalde plekken te houden. Er zitten parallellen in tussen de personages uit het eerste en tweede deel, dat vijftig jaar later speelt. De laatste zijn de kinderen uit de personages uit het eerste deel. Ik speel in het tweede deel bijvoorbeeld een nichtje van een van de figuren uit A Raisin In The Sun


Het grappige is dat jij in alle drie de stukken hebt gespeeld.

Dat klopt. Beneatha’s Place is geschreven door Kwame Kwei-Armah als een vervolg op A Raisin In The Sun, en als reactie op Clybourne Park, omdat hij vond dat de zwarte stem ontbrak. En Bruce Norris heeft Clybourne Park geschreven omdat hij vond dat de witte stem ontbrak. Het is heel fascinerend om in alle drie de stukken te staan, omdat ze alle drie dezelfde dingen als familie, gemeenschapszin en waar je woont samenkomen. En toch zijn het hele andere toneelstukken. A Raisin In The Sun van zestig jaar geleden is heel poëtisch. Daar komt de familie meer naar voren, waarbij het racisme er ook wel een deel van uitmaakt. De twee andere stukken zijn recent geschreven en zijn meer politiek, meer geladen en veel meer ‘in your face’. Veel directer, zoals we nu met elkaar omgaan. Ik ben heel benieuwd hoe het overkomt bij het publiek. Het is een satire met veel humor, maar gaat erg ver. Je vraagt je af ‘mag ik nu wel lachen, mag ik niet lachen?’ Zelfs voor ons, de acteurs, is het moeilijk. De cast bestaat uit zwarte en witte acteurs en tijdens de repetities ging dat heel diep. Vooral in het eerste deel van het stuk zijn de witte personages zeker geen leuke mensen. Norris heeft ervoor gekozen de lelijke kant van de witte mens te laten zien. Het is heel moeilijk om dit als wit acteur te spelen, want die vraagt zich steeds af of hij nu een racist speelt. En de acteurs, wit en zwart, beginnen zich af te vragen hoe zij zelf naar andere mensen kijken. Dat was voor ons allemaal een pittig proces. 


Voor de voorstelling geeft iemand van The Black Archives een inleiding.

Dat klopt. Mitchell Esajas of Wouter Pocorni van The Black Archives vertelt over de stedenbouw in Nederland. Over de planning, over wie waar mag wonen. En dan zie je dat dit niet alleen in Chicago speelt, maar ook hier in Amsterdam, Rotterdam en dergelijke. Er wordt ook  hier bepaald waar mensen van een bepaalde afkomst worden geplaatst,  zodat deze moeilijk mengen met de plaatselijke bevolking. Dat wordt heel erg door de politiek geregeld.

Onlangs stond er een interessant stuk in de New York Times over ‘black houses’ en witte kopers. Het is bewezen dat, als een zwart gezin in een witte wijk komt wonen, de waarde van de huizen omlaag gaat. Als een wit gezin in een zwarte wijk komt dan gaat de waarde weer omhoog. Nu ben ik zelf zwart. Wat denk je dat het voor mij betekent als ik hoor, dat ik alleen al door mijn kleur zorg voor een waardevermindering van een buurt. Zo’n gentrification duurt vaak twintig jaar en wordt door de politiek gestuurd. 


Ik heb gezien dat je veel te doen hebt. Wat zijn jouw toekomstplannen?

Ja zeker. Beneatha’s Place en The Mountaintop waren zeker succesvol. We hebben mensen weten te raken. Dat is heel waardevol geweest. En nu heb ik natuurlijk Clybourne Park. Daarnaast ben ik met audities bezig, maar daar zeg ik nog even niets over.

In september begin ik bij de Koninklijke Vlaamse Schouwburg in Brussel. In samenwerking met het Noord Nederlands Toneel wordt een muziekvoorstelling gemaakt over het leven van Winnie Mandela. Daar treden negen zangeressen op, waarvan ik er een ben. Met deze voorstelling gaan we toeren door België en Nederland. Dat gaat wel tot en met februari duren. Op 17 mei is er de landelijke viering van 100 jaar kiesrecht. Dat is een uitzending van het NPO vanuit de Ridderzaal en daar mag ik ten overstaan van de Koninklijke familie en de Kamerleden een lied zingen. En in december sta ik met de Black Gospel Night in Gouda. Dat is het voorlopig wel zo’n beetje, geloof ik.


En je bent onlangs in Amerika geweest?

Nadat ik The Mountaintop had gedaan wilde ik een aantal plaatsen bezoeken, die belangrijk waren in het leven van Martin Luther King. Ik was een maand in Amerika waarvan tien dagen in de zuidelijke staten. Daar ben ik van Atlanta naar Birmingham, Selma en Memphis gereisd. Dat was echt een andere wereld, hoor. Het had iets ‘ghost town’-achtigs. Ik denk dat de crisis het zuiden van Amerika extra hard geraakt heeft. Heel veel leegstand en dichtgetimmerde huizen. Maar het is ook echt een prachtig mooi gebied. Met veel mooie en indrukwekkende musea. Het was een heel bijzondere trip. Memphis vond ik een hele rare plek. Kleiner dan ik had gedacht, heel toeristisch. Veel muziek. En heel veel kerken daar in het zuiden, en veel christelijke radiostations. Een heel interessante plek om te bezoeken, maar niet echt een vakantielocatie. 


En dan mijn laatste vraag. Eén die niets met theater of muziek te maken heeft. Als je jezelf vergelijkt met wie je tien jaar geleden was, wat is er dan veranderd?

Tien jaar geleden, toen was ik achtentwintig. Er is veel, heel veel veranderd. Moet ik dat allemaal opnoemen? Toen was ik naïever, had meer bravoure. Ik heb toen ik tweeëndertig was een heftige periode gehad. Toen heb ik mijn vader gevonden en dat heeft echt mijn wereld op zijn kop gezet. Ik kan nooit meer terug gaan naar wie ik was voordat ik hem had ontmoet. Er is toen een nieuwe Joy opgestaan. Het plaatje was ineens compleet. Ik wist waar ik vandaan kwam, van mijn moeder én mijn vader. Mijn vader was heel lang een soort vraagteken en toen wist ik opeens wie hij was. Hij wist al die jaren dat ik er was, waar ik woonde, wat mijn telefoonnummer was. En hij heeft ervoor gekozen geen contact te willen hebben. Dat heeft mij echt drastisch veranderd. Ik ben toen een veel spirituelere weg ingeslagen en heb de afgelopen zes jaar veel aan mijzelf gewerkt. 


Clybourne Park speelt deze maanden in theaters door het land. Kijk hiervoor op de website van Well Made Productions: www.wellmadeproductions.nl/clybourne-park 


Share by: