T-Bone Walker (1910 - 1975) 


Bluesgitarist T-Bone Walker is niet alleen een van de meest invloedrijke muzikanten, die uit de vruchtbare bodem van Texas opkwam, maar zijn impact op de bluesgitaar kan niet worden ontkend. Hij is een van de eerste, zo niet dé eerste gitarist, die zijn instrument elektrisch versterkte en hiermee een revolutie ontketende in de blues en artiesten van B.B. King en Clarence 'Gatemouth' Brown tot en met Eric Clapton, Stevie Ray Vaughan en noem maar op, beïnvloedde.


Aaron Thibeaux Walker werd op 28 mei 1910 in het landelijke Linden in Texas geboren. Toen hij twee jaar oud was verhuisde hij met zijn familie naar Dallas TX. De kleine Aaron begon op te treden met zijn stiefvader, die bassist bij de Dallas String Band. Hier ontwikkelde hij zijn basiskennis van diverse snaarinstrumenten.

Hij leerde pas echt blues spelen van gitarist Blind Lemon Jefferson, waarmee hij bevriend raakte. Hij begeleidde de blinde gitarist van tijd tot tijd wanneer deze op de straathoeken en in de bars van Dallas speelde. Als beloning bracht Jefferson hem de grondbeginselen van de bluesgitaar bij. Walker was een snelle student en als jonge tiener reisde hij al rond met de Dr. Breeding Medicine Show en trad op tijdens de vele kermissen.


Rond 1929 was Walkers reputatie al zo groot dat hij bij Columbia Records onder de naam Oak Cliff T-Bone zijn eerste twee opnamen maakte: “Wichita Falls Blues” en “Trinity River Blues”. In 1930 won hij een talentenjacht in Dallas en de prijs was te mogen optreden met de big band van Cab Calloway. Walker speelde vaker met jazzbands en -artiesten en hij raakte ook bevriend met Charlie Christian, een van de “vaders” van de jazzgitaar. Walker verhuisde in 1934 naar Los Angeles waar hij in tal van kleine combo's speelde en rond 1935/1936 begon hij met de eerste elektrische gitaren te experimenteren. Algemeen wordt aangenomen dat hij de eerste was die een elektrisch versterkte gitaar tijdens een optreden speelde. In 1939 nam hij “T-Bone Blues” op toen hij deel uitmaakte van Les Hite's Cotton Club Orchestra. Het onmiddellijke succes was zo groot dat hij het orkest verliet en met zijn eigen band doorging.

Walker maakte vanaf 1942 opnamen voor Capitol Records, waarbij hij nummers als “Mean Old World” en “I Got A Break Baby” uitbracht. Deze nummers lieten meteen als zijn eigen stijl zien. Ergens in de veertiger jaren verhuisde hij naar Chicago, waar hij regelmatig speelde in de Rhumboogie Club en ook opnamen maakte voor het label van deze club. 


T-Bone Walker was een enorme showman. Hij speelde gitaar in zijn nek, tussen zijn benen en rende en danste al spelend over het podium. Hiermee zou hij latere artiesten als Chuck Berry en Jimi Hendrix beïnvloeden.

Hij keerde in 1946 terug naar Los Angeles, waar hij bij het Black & White label onder contract kwam. En bij dit label begon pas echt zijn zegetocht. Bij hen nam hij onder meer "Call It Stormy Monday (But Tuesday Is Just As Bad)" en "T-Bone Shuffle" op. Andere singles kwamen weer uit bij Capitol toen Black & White ophield te bestaan, maar toen had Walker alweer bij Imperial getekend. Voor hen nam hij over de volgende vijf jaar "Vida Lee," "Cold Cold Feeling," en "Blue Mood" op.

In 1955 tekende hij bij Atlantic Records en op zijn eerste sessie voor dit label deden o.a. Junior Wells en Jimmy Rogers mee. Er volgden nog diverse opnamesessies, maar tegen het eind van de vijftiger jaren werd de jazzy bluesstijl veel meer naar de achtergrond gedrongen door de hardere Chicagoblues en de soul en rock 'n roll. In 1962 bezocht T-Bone Walker Europa in het kader van het American Folk Blues Festival en trad hij op met mensen als Willie Dixon en Memphis Slim. Het Europese publiek waardeerde hem en hij zou nog vele malen terugkomen.


Na 1960 maakte Walker nog maar weinig opnamen en degene die hij maakte bereikten niet meer het niveau van die van de veertiger en vijftiger jaren. Uitzondering daarop waren de albums “I Want A Little Girl” uit 1968 en “Good Feelin'” uit 1970 waarvoor hij nog een Grammy Award kreeg.

Ook trad hij nog maar sporadisch op. Vaak toerde hij zonder band en speelde hij met lokale bands. Vaak waren deze optredens rommelig, maar desondanks stelde hij maar zelden teleur en wist hij het publiek te betoveren met zijn muzikale vaardigheden.


Maagproblemen, veroorzaakt door langdurig alcoholisme zorgden in die jaren voor een slechte gezondheid. T-Bone Walker overleed op 16 maart 1975 in Los Angeles aan de gevolgen van een longontsteking, die hij na een beroerte had gekregen.

In 1980 werd hij postuum opgenomen in de Blues Hall of Fame en in 1987 gebeurde dat in de Rock & Roll Hall of Fame. Hij staat op #47 in de Top 100 Greatest Guitarists of All Time van Rolling Stone magazine.


Share by: