Interview met John Primer

Amsterdam, 24 november 2017


De uit Chicago afkomstige bluesman John Primer is een graag geziene gast in Nederland. Zijn muzikaliteit, het vlijmscherpe gitaarspel, zijn lange concerten hebben hem een goede reputatie bezorgd. Momenteel is hij op tournee door Europa met twee eerste optredens in Nederland. Voor het begin van zijn concert in Q-Factory in Amsterdam kregen fotograaf Kuno Mooren en ik de gelegenheid de 72-jarige te spreken. Organisator Rob Koning van King Bee Music Agency waarschuwde vooraf dat de goede man door jetlag en het feit dat hij van huis is wel eens wat knorrig zou kunnen zijn. Wij waren wat aan de vroege kant bij de zaal, waar wij pardoes, en niet geheel per ongeluk, de soundcheck meemaakten. John Primer was niet tevreden over het geluid en dat kreeg de technicus dan ook te horen. Een goed begin dus….. Maar eenmaal onderweg naar de kleedkamer klaarde hij helemaal op. In de kleedkamer pakte hij een gitaar, begon liedjes te zingen en had de grootste lol. Hij kostte Rob Koning wat moeite om hem alsnog in onze richting te bewegen, maar daar is hij uiteindelijk toch in geslaagd en het gesprek kon beginnen.

John Primer is op 3 maart 1945 geboren in Camden, Mississippi en hij verhuisde halverwege de zestiger jaren naar Chicago. Zijn moeder was dertien jaar oud toen hij werd geboren; zijn vader slechts twee jaar ouder. Moeder Primer kwam al vrij jong alleen te staan met de opvoeding van John en zijn zusje. Zij is in 2010 overleden en op mijn vraag of hij haar nog steeds mist, antwoordde hij met vochtige ogen: “O, man. Deze vrouw heeft alles voor ons gedaan. We waren zo arm, soms aten we dagen achtereen alleen maar pap. We leefden van de bijstand en soms reisde zij terug naar Mississippi om te werken en liet zij ons in Chicago achter. Ieder keer als ze terug kwam had ze wat geld bij zich, zodat wij daarvan konden leven. Ik mis nog haar iedere dag”.

John speelt al vanaf de zestiger de blues en hij heeft deze muziek zien ontwikkelen. Groter zien worden, weer zien inzakken. Maar het is er nog steeds. Hoe denkt hij dat dit komt? “Die vraag krijg ik vaker. De blues is er nog steeds omdat het een verhaal vertelt. Een verhaal over het echte leven. Over goede tijden, over slechte tijden. Herkenbaar voor iedereen. In feite net als gospel. Dat is er ook nog steeds en zal ook nooit verdwijnen.”

In de afgelopen vijftig jaar heeft hij heel wat bluesartiesten zien opkomen, maar ook zien verdwijnen. Wie mist hij het meeste? “O, ik mis ze allemaal. Of het nu Muddy Waters is, of Jimmy Reed, Howlin’ Wolf, Memphis Slim. Ik noem er maar een paar. Dat zijn de mensen die de basis hebben neergelegd, waarop ik en velen met mij de blues heb opgebouwd. Veel jongeren spelen niet meer echt. Die zitten voor de tv of achter hun computer en werken niet aan hun talent. De oudere generatie heeft ons voorgedaan hoe je hard moet werken om iets te bereiken. Misschien als de jongeren ouder worden beginnen ze het te snappen. Ik heb zelf toen ik 18 of 19 jaar oud besloten professioneel muzikant te worden. Soms heb ik er wel bij moeten werken working daytime, playing at night, maar ik heb wel steeds mijn geld kunnen verdienen met muziek maken.”

Toch zijn er nieuwe, jonge talenten die klaar zijn om de vlag over te nemen. Wie van hen denkt u dat de blues naar de nieuwe generatie zal brengen. “Die zijn er zeker. Kenny Neal bijvoorbeeld. Mike Wheeler, Tom Holland. Die zijn niet zo jong meer, maar van een jongere generatie dan ik. Die zullen dat zeker kunnen. En harmonicaspeler Bob Corritore, met wie ik twee cd’s heb opgenomen. Die woont nu in Phoenix, Arizona. Bob is behalve muzikant ook iemand die de blues en bluesmuzikanten ondersteunt. Als producer en ook met zijn radioprogramma. En hij is bovendien een heel aardige kerel.”

Vanavond is het eerste optreden van ue Europese tournee. Wat kunnen we verwachten? “To play some blues!” was het antwoord, waarbij een gezicht trok van hoe-kun-je-dit-nu-vragen. Snel ga ik over naar mijn volgende vraag. En wat kunnen we van u in de toekomst verwachten? “Ik heb plannen voor een nieuwe cd. De opnamen beginnen in januari. En ik ben bezig met een film, beter gezegd een documentaire over mijn leven. Met veel muziek en oude en nieuwe opnamen.”

Als u zichzelf vergelijkt met wie u tien jaar geleden was, wat is er dan veranderd? “Mmm, even denken. Nou ja, ik ben beter geworden, ik heb veel geleerd. Daarbij heb ik twee Grammy nominaties gekregen en een BMA Award gewonnen (voor “Harmonica Blues” van Bob Corritore – red).

Na het interview was het tijd om ons naar de zaal te begeven voor het optreden. John Primer wordt op deze tournee begeleid door Robbert Fossen (zang, gitaar, mondharmonica), Jan den Boer (bas) en Bert Fonderie (drums). Na een intro van twee nummers door Robbert, Jan en Bert betrad de oude meester het podium. Toen hij begon was er even een probleem met Johns versterker, maar dat werd snel door Robbert verholpen. Vooraf hoorden we dat het bedoeling was dat er twee sets van ongeveer een uur zouden worden gespeeld, maar daar had de heer Primer andere ideeën over. Het geheel begon kort na half 9 en tegen tien uur werd de eerste set afgesloten. Na een korte pauze speelde het viertal tot kort voor twaalf uur. Robbert Fossen kreeg even de gelegenheid twee nummers zelf te zingen, maar verder was John Primer gewoon de baas. We hoorde een combinatie van bekend (“Mannish Boy”, Hoochie Coochie Man”, Same Old Blues”) en wat minder bekend werk. Het publiek kreeg een avond met meer dan uitstekende Chicagoblues. Eersteklas entertainment.


24.11.2017

Share by: