Interview met Jeffrey Halford
De Oude School, Warmond - 6 mei 2016

In de maanden april en mei maakten Jeffrey Halford en zijn begeleiders een tournee door Duitsland en Nederland. Zijn begeleiders zijn bassist Bill MacBeath and toetsenspeler/drummer Adam Rossi. Laatstgenoemde is in staat om zittend op een basdrum, tegelijk de snaredrum, hi-hat en piano te spelen. “Ik leer nog”, zo vertelt hij mij later, ït’s a work in progress”. Op 6 mei streken zij neer in Warmond voor een optreden in De Oude School. Een mooie gelegenheid om deze sympathieke Amerikaan eens wat vragen te stellen.

Voor Jeffrey was dit het eerste bezoek aan Europa en het bevalt hem uitstekend. Het verschil tussen Duits en Nederlands publiek is hem wel opgevallen. De Nederlanders zijn enthousiaster en de Duitser hebben een meer afwachtende houding voordat ze, waarschijnlijk geholpen door het genuttigde bier, los komen. Naast muziek maken willen de drie heren zoveel mogelijk zien. Vooral van Rotterdam was hij onder de indruk. “Ik heb architectuur gestudeerd en Rotterdam is geweldig. Oud en nieuw naast elkaar. Prachtig.”  

Jeffrey is geboren in Dallas, TX en verhuisde als jong ventje met zijn ouders en vijf jaar oudere broer naar Californië. Hij stamt niet uit een muzikale familie. Zijn ouders hadden veel platen, waar vaak naar werd geluisterd en hij hoorde veel muziek op de radio. Zijn vroegste invloed kwam voort uit de muziek die hij daar op hoorde en zijn eerste helden waren de Engelse band als de Rolling Stones. Maar toen hij door had dat zij dit weer hadden geleerd van Amerikanen ging hij dit verder onderzoeken. Zo kwam hij terecht bij Eddie Cochran, Chuck Berry en Bo Diddley. Willie Dixon is, net als Neil Young, voor wat betreft het componeren een groot voorbeeld geweest. “Just listen to Willie Dixon’s songs. They’re great” Door Jorma Kaukonen (Jefferson Airplane, Hot Tuna) werd hij zich bewust van de fingerpicking stijl van mensen als Rev. Gary Davis.
Hij is getrouwd en woont met zijn vrouw en kinderen in San Francisco. Als ik hem vraag hoe hij zijn werk als reizend muzikant combineert met zijn gezinsleven, zegt hij lachend: “Delicately. Very delicately.” Hij gaat verder: “Mijn vrouw is gelukkig heel tolerant, maar het moet niet te gek worden.”

Bij het beluisteren van zijn nummers is duidelijk dat Jeffrey een verteller is, die zijn verhalen van een muzikaal jasje voorziet. Op de vraag waar hij zijn inspiratie vandaan haalt, antwoordt hij:”Ik ben een groot lezer. Fictie en non-fictie. Veel inspiratie haal ik uit boeken van bijvoorbeeld John Steinbeck, ken je die?” Natuurlijk ken ik hem, The Grapes Of Wrath is een van mijn favoriete boeken. “En wat dacht je van East Of Eden? Door mijn reizen kom ik ook veel door de indianenreservaten en verwerk hun verhalen in mijn nummers. Een nummer als “Rainmaker” lijkt te gaan over de droogte in Californië. Maar het is ook een metafoor. We hebben allemaal een Rainmaker nodig om dingen gedaan te krijgen, om ons te helpen. “Mexico” is geïnspireerd op schilderijen die ik ooit in Mexico heb gekocht en ik probeer de sfeer ervan weer te geven in dit nummer. Maar, en schrijf dat maar op, I write a lot of shit too”.

Hij schrijft alle nummers zelf. Ik vraag hem of hij ook voor anderen schrijft of dat anderen nummers van hem opnemen. “Nee, eigenlijk wil ik dat niet. Ik heb het wel eens geprobeerd. Dan wordt zo’n nummer beluisterd en wordt gezegd dat het een goed nummer is en de betreffende artiest het wil gebruiken, maar dan zal hier iets veranderd worden en dat moet anders, enzovoort. Dat wil ik dan weer niet. Vergelijk het maar met een klomp klei. Ik vorm het, zet het neer en dan moet niemand er meer iets aan veranderen. Dat is van mij Wat ik wel doe is schrijven voor soundtracks en commercials.”

Als kind is Jeffrey vaak met zijn ouders verhuisd. Het kreeg bij wijze van spreken geen gelegenheid om op school te wennen, want hij ging al snel weer naar een andere school in een andere stad. “Door het reizen en nieuwe dingen leren kennen heeft mijn talent als schrijver zich ontwikkeld en ben ik een beter schrijver geworden. Ik kreeg niet de tijd om ergens te wennen, maar het is wat dat betreft zeer leerzame periode geweest. Bovendien lazen mijn ouders weg veel. Veel lezen en veel drinken. Zodra ze even tijd hadden zaten ze met hun neus in een boek. En aan de drank. Door mijn moeder heb ik de gedichten van Dylan Thomas leren kennen.”

We zijn bijna aan het eind van het interview aangekomen  en dan is het vanzelfsprekend dat er wordt gevraagd naar de toekomst en of er al plannen zijn voor een nieuw album. “We hebben al een aantal nummers opgenomen. Ik ben van plan het nieuwe album ook op vinyl uit te brengen en dit in Nederland te laten maken.” (Drop the needle, play some vinyl zong hij al op “Rainmaker”).

Als laatste volgt dan nog een bonusvraag, die uit hij uit een stapeltje van twaalf vragen blind mag trekken.
Als je jezelf vergelijkt met wie je tien jaar geleden was, wat is er dan veranderd? “Tjonge, wat een vraag, even denken. Tja, je zou kunnen zeggen dat ik gerijpt ben als een goede wijn. Als mens ben ik gegroeid, maar zeker ook als artiest. Ik leg de focus meer op de Kunst, ben een beter schrijver geworden, een betere gitarist.”

6 mei 2016

Share by: