Blind Willie McTell (1898 -1959)


In de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw was een van de allergrootsten in de blues de uit Georgia afkomstige Blind Willie McTell. Op zijn 12-snarige gitaar nam McTell tijdens veertien sessies zo'n 120 nummers. Hij had een zachte en uitdrukkingssterke stem en in zijn muziek vind je invloeden van de blues, ragtime, gospel, hillbilly en ook zelfs popliedjes terug. In een tijd dat de meeste bluesmuzikanten slecht opgeleid waren was hij een uitzondering. McTell kon muziek in braille lezen en schrijven. Ondanks zijn handicap reisde hij vaak alleen van Atlanta naar New York.


Willie Samuel McTell werd op 5 mei 1898 geboren in Thomson, Georgia. Van zijn vroegste jeugd is niet veel bekend en er zijn onduidelijkheden over wat er bekend is. Zelfs zijn echte achternaam is niet helemaal bekend; het kan McTear of McTier zijn. En zijn voornaam kan Willie, Samuel of Eddie zijn. Op zijn grafsteen staat de naam “Eddie McTier” vermeld. Hij was blind vanaf zijn geboorte of vanaf zijn allervroegste jeugd en hij bezocht blindenscholen in Georgia, New York en Michigan.

Na harmonica en accordeon leerde McTell als tiener gitaar spelen van zijn moeder, familieleden en buren. Zij waren toen inmiddels naar Statesboro verhuisd. Nadat zijn moeder was overleden verliet hij zijn huis en reisde met kermissen en medicineshows in het gebied tussen Atlanta, Augusta, Savannah en Macon. In deze regio komen twee bluesstijlen bij elkaar, nl. de zgn. Piedmont-stijl, met licht ritmewerk en invloeden van ragtime, en de blues uit het diepe zuiden met de nadruk op intense ritmes en korte, zich herhalende fraseringen. In deze tijd reisde McTell ook vaak alleen van Georgia naar New York City. Overal waar het maar kon trad hij onderweg op: in treinen, hotellobby's, schoolfeesten en in theaters en kerken. En volgde hij de tabak na de oogst dan speelde hij voor de boeren, klanten, handelaren tot en met veilingen en hotels toe.

 

Halverwege de twintiger jaren was McTell al een ervaren muzikant, die in Atlanta op house party's en barbecues speelde. Hij had inmiddels naast zijn 6-snarige gitaar er ook een met twaalf snaren, waarmee hij wat meer geluid kon produceren op de straten van Atlanta. Hij ontwikkelde een fenomenale techniek, waarbij het door zijn vingertechniek leek alsof er meer dan maar een gitaar werd gespeeld.

Rond 1926 kregen de platenmaatschappijen interesse in blues en vooral die gemaakt werd door solisten met alleen een gitaar. Bij de eerste hoorden o.m. Blind Lemon Jefferson uit Texas, Charley Patton en Tommy Johnson uit Mississippi en Peg Leg Howell en Blind Willie McTell uit Georgia.

McTell maakte in 1927 acht opnamen voor Victor Records, waaronder “Statesboro Blues” (later opgenomen door de Allman Brothers Band en Taj Mahal). McTells nummers waren prachtige voorbeelden van verhaaltjes, die op muziek zijn gezet, gekoppeld aan fantastisch gitaarwerk. De bluesmuzikanten uit die tijd namen onder diverse namen voor verschillende labels op. Ook McTell was hierop geen uitzondering. Zo was hij Blind Willie (Vocalion), Georgia Bill (Okeh), Red Hot Willie Glaze (Bluebird), Blind Sammie (Columbia), Barrel House Sammy (Atlantic) en Pig 'n Whistle Red (Regal Records).


McTell trouwde met Ruth Kate Williams, met wie hij in 1934 enkele duetten opnam. Ook werkte hij regelmatig met plaatsgenoten Buddy Moss en Curley Weaver. Zijn platencarrière bracht hem niet het succes dat je zou verwachten. Dit komt onder meer door het feit dat zijn meeste opnamen tijdens de Depressie werden uitgebracht.

In 1940 nam verzamelaar John Lomax tijdens een lange sessie voor het Library of Congress een flink aantal songs, onderbroken door interviews, op met McTell. Deze sessie is compleet op cd uitgebracht. De oorlog zorgde voor een grote onderbreking in plaatopnamen. Maar enkele jaren na de oorlog war er toch weer een opleving in de interesse in countryblues. Dit bracht McTell in 1949 in de studio's van het pas opgerichte Atlantic Records. Er werd slechts een single uitgebracht en bij gebrek aan succes bleef de rest van de vijftien song nog 20 jaar op de plank liggen. In 1950 nam hij met Curley Weaver nog wat nummers op voor Regal, maar ook die verkochten niet al te best.

 

Blind Willie McTell bleef ook na de Tweede Wereldoorlog nog actief als muzikant in Atlanta. Met gitarist Curley Weaver speelde hij nog jarenlang op Decatur Street voor fooien. In 1956 maakte hij zijn laatste opnamen voor de eigenaar van een platenwinkel, die ze op Prestige/Bluesville uitbracht. Daarna speelde hij nog uitsluitend religieuze muziek. Van 1957 tot aan zijn dood was Willie McTell voorganger in de Mount Zion Baptist Church in Atlanta.

Op 19 augustus 1959 overleed McTell in het Milledgeville State Hospital in Almon, Georgia aan de gevolgen van een hersenbloeding.

 

Blind Willie McTell is een van de grootste bluesartiesten ooit. Als zanger en vooral gitarist heeft hij eigenlijk uitsluitend eersteklas werk afgeleverd.

In 1981 werd Blind Willie McTell opgenomen in de Blues Foundation Hall of Fame en in 1990 in de Georgia Music Hall of Fame. Ieder jaar wordt in zijn geboorteplaats Thomson het Blind Willie McTell Blues Festival georganiseerd.

Het mooiste eerbetoon gaf Bob Dylan in 1983 door zijn song “Blind Willie McTell”: And I know no one can sing the blues / Like Blind Willie McTell.


Blind Willie McTell - Statesboro Blues

https://bit.ly/3mzm5V2


30.11.2020

Share by: