Texas Alexander (1900 – 1954)


Een onbekend verleden, een leven als rondreizend muzikant, de kost verdienend op het land en langs de spoorwegen en een vermeende gevangenisstraf wegens moord zijn toch wel de elementen die zich in het leven van een bluesmuzikant moeten verenigen. Althans, hieruit bestaat het ‘romantische’ beeld dat wij ervan hebben. Hoewel dat voor veel van hen niet opgaat, voldoen een aantal toch wel aan dit beeld. Ik noem onder meer Lead Belly, Bukka White en Son House. Texas Alexander is iemand die aan deze groep kan worden toegevoegd.

 

Alger Alexander aanschouwt op 12 september 1900 het levenslicht in Jewett, Texas, ergens halverwege Houston en Dallas. Zijn ouders zijn Sam ‘Ernie’ Alexander en Jenny Brooks. Hij groeit op in het veertig kilometer verderop gelegen Leona. Behalve dat zijn familie arme pachters, zgn. ‘sharecroppers’, waren en dat hij de meeste tijd bij zijn grootmoeder Sally Beavers doorbracht, is van zijn jeugdjaren niet veel bekend. Wel weten we dat hij de oudere neef is van Lightnin’ Hopkins en de oom van Frankie Lee Sims. Hij werkt als reizend arbeider op het land en langs de spoorwegen.

Alger Alexander aanschouwt op 12 september 1900 het levenslicht in Jewett, Texas, ergens halverwege Houston en Dallas. Zijn ouders zijn Sam ‘Ernie’ Alexander en Jenny Brooks. Hij groeit op in het veertig kilometer verderop gelegen Leona. Behalve dat zijn familie arme pachters, zgn. ‘sharecroppers’, waren en dat hij de meeste tijd bij zijn grootmoeder Sally Beavers doorbracht, is van zijn jeugdjaren niet veel bekend. Wel weten we dat hij de oudere neef is van Lightnin’ Hopkins en de oom van Frankie Lee Sims. Hij werkt als reizend arbeider op het land en langs de spoorwegen.

Texas Alexander is klein van stuk en heeft een stevige, diepe stem, die je niet bij zijn postuur zou vermoeden. Hij treedt op straten en tijdens picknicks en feesten op in de omgeving. Daar werkt hij regelmatig samen met Blind Lemon Jefferson. Als hij in 1927 in Dallas woont en er in een pakhuis werkt wordt hij ontdekt door Sam Price, de man die ook Blind Lemon Jefferson aan een platencontract heeft geholpen. Alexander maakt dat jaar zijn eerste opnamen Dit doet hij tot en met 1929 voor labels als Okeh en Vocalion. In die jaren maakt hij 69 opnamen, waarvan er 64 worden uitgebracht. Hiervoor reist hij naar New York, San Antonio en Fort Worth. In november 1928 neemt hij een nummer op, dat sommigen een van de oudste versies van “The House Of The Rising Sun” noemen. Deze bewering is onjuist. Het lied heet “The Rising Sun” en is een volledig ander nummer. Andere songs die hij opneemt zijn “Mama's Bad Luck Child”, "Sittin' on a Log”, "Texas Special”, "Broken Yo Yo" en "Don't You Wish Your Baby Was Built Up Like Mine?". Op deze opnamen wordt hij begeleid door Lonnie Johnson en Eddie Lang, die hiermee het begin maken van de nu zo gewaardeerde gitaarduetten.

Texas Alexander speelt zelf geen instrument, maar hij schijnt altijd wel een gitaar met zich te hebben meegedragen, die was bedoeld voor zijn begeleiders. Hij werkt samen met de al genoemde Jefferson en ook John ‘Funny Papa’ Smith en George ‘Little Hat’ Jones zijn vaak aan zijn zijde te horen. Zijn gezang is voor zijn begeleiders moeilijk te volgen. Alexander kan makkelijk improviseren en bedient zich van de vrije ritmiek uit de worksong, wat voor de meeste muzikanten een behoorlijke uitdaging blijkt te zijn. Dat is in opnamen af en toe duidelijk hoorbaar als zijn begeleiders zich tijdens het nummer moeten aanpassen aan het door Alexander gebruikte ritme. Degene die dit het best weten te pareren zijn Lonnie Johnson, die een vrije gitaarmelodie neerzet tegenover de zanglijn, en King Oliver, die eventueel vrijgekomen maten gewoon met de trompet invult.

Na een periode van vijf jaar zoekt hij op 9 april 1934 weer de studio op, waar hij acht nummers voor Okeh opneemt met Sam en Bo Chatmon, het viool- en gitaarduo dat bekend is onder de naam Mississippi Sheiks. En op dezelfde dag worden nog zes nummer opgenomen met de Six Black Tams, een groep van onbekenden, die saxofoon, klarinet, gitaren en piano spelen. Tijdens de depressiejaren werkt Alexander met zijn neef Sam Hopkins, die later bekend wordt als Lightnin’ Hopkins en Chester Burnett (bekend als Howlin’ Wolf) en Lowell Fulson. Zijn invloed op deze drie mag niet worden onderschat.

 

In 1939 vermoordt hij zijn vrouw, zo wordt althans beweerd. Hiervoor zou hij van 1940 tot en met 1945 in de staatsgevangenis in Paris, Texas zijn beland. Deze verhoudingswijze lichte straf kan duiden op verlichtende omstandigheden, maar de reden hiervan is niet duidelijk. Nadat hij uit de gevangenis is ontslagen blijft Alexander voor een groot deel in de buurt van Houston. In 2014 blijkt uit onderzoek dat de moord en de gevangenisstraf op een mythe zouden berusten. Er is namelijk geen bewijs dat Alexander ooit in Texas in de gevangenis heeft gezeten. Bovendien is er nooit een gevangenis geweest in de stad Paris, Texas. Het zou mogelijk zijn dat hij enige tijd heeft doorgebracht in een zogenaamde ‘country work farm’ voor het zingen van onzedelijke liedjes.

Hij hervat het doen van optredens en het maken van opnamen, maar zijn zangstijl is volledig uit de tijd. Zijn neef Sam Hopkins probeert hem over te halen naar de westkust te verhuizen. Daar voelt Texas Alexander echter niet voor. Een auditie, die hij samen met zijn neef Sam doet voor Aladdin Records, loopt op niets uit. Voor Hopkins leidt dit echter tot het maken van zijn eerste opnamen met gitarist Thunder Smith. Dit duo gaat onder de naam Thunder & Lightnin’ aan de slag en deze bijnaam blijft voor altijd aan hem plakken. We kennen hem dan ook als Lightnin’ Hopkins.

Alexanders laatste opnamen dateren van 1950 met gitarist Leon Benton en pianist Buster Pickens onder de naam Benton’s Busy Bees.

 

Op 18 april 1954 overlijdt Texas Alexander in Richards, Texas aan de gevolgen van syfilis. Hij is begraven aan Longstreet Cemetery in Montgomery County, Texas.

 

De invloed, die Texas Alexander heeft gehad op andere muzikanten in Texas en via hen over het hele land, valt niet te ontkennen. Zijn opnamen, die vele jaren later opnieuw zijn uitgebracht door o.m. Document en Matchbox, zijn waardevolle getuigenissen van de Afrikaans-Amerikaanse cultuur uit de eerste decennia van de twintigste eeuw.


28.11.2022

Share by: